Betekenis van:
sonoor
sonoor
Bijvoeglijk naamwoord
- welklinkend, vol van toon
"Dat we met onze tenen niet zo sonoor kunnen knippen als met onze vingers is een gevolg van het ontbreken van een resonator."
sonoor
Bijvoeglijk naamwoord
- welluidend
"een sono(o)r(e) stem/geluid"
sonoor
Bijvoeglijk naamwoord
- aangenaam klinkend, harmonisch
"een sono(o)r(e) stem/geluid"