Betekenis van:
soppen

soppen
Werkwoord
  • in vloeistof dopen
"een koekje in de thee soppen"

Hyperoniemen

soppen
Werkwoord
  • met sop schoonmaken
"de keuken soppen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

soppen
Werkwoord
  • voedsel in een drank dopen
"Hij zat een beschuitje in zijn koffie te soppen."
soppen
Werkwoord
  • met sop schoonmaken
"Ik heb de hele vrijdag besteed aan het grondig soppen van m'n huis."
soppen
Werkwoord
  • (bij het kaartspel tachtigen) moedwillig een hoge kaart niet spelen
"Er wordt weer eens flink gesopt."
soppen
Werkwoord
  • geslachtsgemeenschap hebben
sop (het ~ | meervoud soppen)
Zelfstandig naamwoord
  • zee; van zeep schuimend water
"het ruime sop"
"het ruime sop kiezen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord