Betekenis van:
spek

spek
Zelfstandig naamwoord
  • een laag vet tussen huid en vlees bij grote zoogdieren

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
  2. Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
  3. Spek (ander dan doorregen spek) en vet
  4. Spek (ander dan doorregen spek) en vet
  5. Omvat zowel spek als verwerkt spek.
  6. Het spek moet vers worden verwerkt.
  7. % vlees of slachtafval, spek of vet < 40
  8. Spek (ander dan doorregen spek), alsmede varkensvet en vet van gevogelte, niet gesmolten noch anderszins geëxtraheerd, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt spek
  9. Spek (ander dan doorregen spek), alsmede varkensvet en vet van gevogelte, niet gesmolten noch anderszins geëxtraheerd, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt spek
  10. Klasse 1.2 — Bereidingen van vlees van bijlage II — Spek.
  11. Spek (ander dan doorregen spek) en varkensvet, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt (m.u.v. gesmolten vet)
  12. spek, varkensvet en vet van gevogelte, bedoeld bij post 0209;
  13. Voor het vet in de bereiding wordt gebruikgemaakt van ontzwoerd spek en buikspek.
  14. Het spek kan ook in plakjes gesneden of gemalen en goedverpakt op de markt worden gebracht.
  15. Het spek moet ten minste 6 maanden in de kuipen rijpen.