Betekenis van:
spinnen

spinnen
Werkwoord
  • snorrend geluid maken
"de poes ligt te spinnen"

Hyperoniemen

spinnen
Werkwoord
  • snorren, een brommend geluid maken
"De kat lag te spinnen."
spinnen
Werkwoord
  • ronddraaien van quantumdeeltjes
"Een spinnend elektron."
spinnen
Werkwoord
  • een lange draad vervaardigen door enkele vezels in elkaar te vervlechten
spin (de ~ | meervoud spinnen)
Zelfstandig naamwoord
  • geleedpotig dier met acht poten
"zo nijdig als een spin"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Spinnen maken webben.
  2. Zijderupsen spinnen cocons.
  3. Mary is bang voor spinnen.
  4. Ik ben bang voor spinnen.
  5. Enkele personen zijn bang voor spinnen.
  6. Spinnen
  7. machines voor het spinnen
  8. machines voor het spinnen
  9. Machines voor het spinnen
  10. Bewerken en spinnen van textielvezels
  11. "spinnen uit de smelt", of
  12. "spinnen uit de smelt", of
  13. NACE 17.1: Bewerken en spinnen van textielvezels
  14. "spinnen uit de smelt" en "vergruizing";
  15. "spinnen uit de smelt" en "vergruizing";