Betekenis van:
spion

spion (de ~ | meervoud spionnen)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die spioneert; spion
"een spion voor [Duitsland]"
"een Russische/Amerikaanse spion"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

spion
Zelfstandig naamwoord
  • persoon die vertrouwelijke informatie vergaart in een ander land in opdracht van zijn/haar regering

Voorbeeldzinnen

  1. De man werd gearresteerd als spion.