Betekenis van:
spoken
spook (het ~ | meervoud spoken)
Zelfstandig naamwoord
- beangstigende gedachte; schrikwekkende gedachte; nare gedachte
"het spook van de [werkloosheid]"
"het rode spook"
Synoniemen
Hyperoniemen
spook (het ~ | meervoud spoken)
Zelfstandig naamwoord
- vervelend meisje
"een naar spook"
Hyperoniemen
spook (het ~ | meervoud spoken)
Zelfstandig naamwoord
- geest v.e. dode; spook; verschijning v.e. spook; spookverschijning
"spoken zien"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik geloof in spoken.
- Bestaan spoken echt?
- Tom zegt dat spoken niet bestaan.
- Men zegt dat er in dit bos spoken zitten.