Betekenis van:
spoorbaan

spoorbaan (de ~ | meervoud spoorbanen)
Zelfstandig naamwoord
  • rails voor treinen; weg van rails voor de trein; weg van rails voor treinen
"een spoorbaan aanleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Kunstwerken en constructies nabij de spoorbaan
  2. Kunstwerken en constructies nabij de spoorbaan moeten voldoen aan het profiel van vrije ruimte.
  3. Wanneer de spoorbaan is uitgerust met een GSM-R dodemansfunctionaliteit is een dodemanstreinsysteem vereist als bedoeld in 4.3.2.11.
  4. Zowel de bestaande systemen als het toekomstige uniforme systeem kennen systeemcomponenten aan boord van de treinen en langs de spoorbaan.
  5. De beveiliging van de spoorbaan, de voertuigen alsmede zijwindbeveiligingen hebben raakvlakken met de subsystemen „Rollend materieel”, „Besturing en seingeving” en „Exploitatie”.
  6. De infrastructuurbeheerder dient bij de vaststelling van het vereiste remvermogen rekening te houden met de impact van de trajectkenmerken en de marges in verband met de spoorbaan.
  7. Wanneer de dodemansfunctie een alarm genereert en deze optionele functie is uitgevoerd, stuurt de boordradio een automatisch door de dodemansfunctie gegenereerde boodschap naar de spoorbaan).
  8. Het profiel van vrije ruimte en de minimumspoorafstand bepalen de afstand tussen de trein, de pantograaf en de constructies in de nabijheid van de spoorbaan alsmede de afstand tussen de voertuigen waar deze elkaar passeren.
  9. De eisen inzake de inhoud van het register van spoorweginfrastructuur en rollend materieel met betrekking tot apparatuur voor besturing en seingeving zijn opgenomen in bijlage C (specifieke eigenschappen van spoorbaan en trein).
  10. De eisen voor de inhoud van het register van conventionele spoorweginfrastructuur en van conventioneel rollend materieel met betrekking tot apparatuur voor besturing en seingeving zijn opgenomen in bijlage C (specifieke eigenschappen van spoorbaan en trein).
  11. De aerodynamische krachten die op bepaalde constructies langs de spoorbaan worden uitgeoefend alsmede de drukwisselingen in tunnels zijn afhankelijk van de aerodynamische karakteristieken van hogesnelheidstreinstellen en hebben derhalve raakvlakken met het subsysteem „Rollend materieel”.
  12. Voor elk van deze drie krachten worden een of meer criteria karakteristiek voor de mechanische wisselwerking tussen het voertuig en de baan bepaald die door het voertuig niet overschreden mogen worden alsook de minimale belastingen die de spoorbaan moet kunnen opnemen.