Betekenis van:
sporen

sporen
Werkwoord
  • mbt. de trein; met de trein reizen
"sporen van een plaats naar een andere plaats"

Synoniemen

Hyperoniemen

spoor (het ~ | meervoud sporen)
Zelfstandig naamwoord
  • gebaande weg
"iemand van het spoor brengen"
"buiten het spoor treden"

Hyperoniemen

spore (de ~ | meervoud sporen)
Zelfstandig naamwoord
  • voortplantingscel; voortplantingscel bij enkele eencellige dieren en bij lagere planten

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

spoor (het ~ | meervoud sporen)
Zelfstandig naamwoord
  • rails voor treinen; weg van rails voor de trein; weg van rails voor treinen
"dood spoor"
"op dood spoor zitten"

Synoniemen

Hyperoniemen

spoor (de ~ | meervoud sporen)
Zelfstandig naamwoord
  • beugel om een rijlaars
"een paard de sporen geven"
"je sporen verdiend hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

spoor (het ~ | meervoud sporen)
Zelfstandig naamwoord
  • strook op een geluidsband
"op 2/4 sporen opnemen"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Geen sporen
  2. Zaaigoed, sporen daaronder begrepen
  3. Kan sporen benzeen bevatten.)
  4. Sporen in ingrediënten
  5. Sporen van insecten
  6. Leggen van sporen
  7. Kan sporen benzeen bevatten.]
  8. lichte sporen van aarde.
  9. Ontmantelen van sporen
  10. optrekken op schuin afhellende sporen.
  11. zeer lichte sporen van rot,
  12. zeer lichte sporen van rot,
  13. Diethyleenglycol (DEG), voor sporen zie bijlage III
  14. Sporen van Bacillus amyloliquefaciens CECT 5940.
  15. Minimale hart-op-hartafstanden van aangrenzende sporen