Betekenis van:
spraakleer

spraakleer
Zelfstandig naamwoord
  • een stelsel van regelmatigheden die optreden in een taal
"Kinderen leren een taal zonder zich bewust te zijn van enige spraakleer."
spraakleer
Zelfstandig naamwoord
  • geheel van regels v.e. taal; systeem van woord- en zinsvorming

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen