Betekenis van:
spriet
spriet (de ~ | meervoud sprieten)
Zelfstandig naamwoord
- kwartelkoning (Lat: Crex crex)
"De spriet komt in Nederland alleen in de zomer voor."
Synoniemen
Hyperoniemen
spriet (de ~ | meervoud sprieten)
Zelfstandig naamwoord
- antenne in de vorm van een spriet
"De meeste draagbare radio's hebben een spriet."
Synoniemen
Hyperoniemen
spriet (de ~ | meervoud sprieten)
Zelfstandig naamwoord
- spriet waarmee een dier tast; voelspriet van insect; spriet waarmee een dier tast; voelhoorn v.e. dier
"een spriet op [de kop]"