Betekenis van:
spuiter
spuiter (de ~ | meervoud spuiters)
Zelfstandig naamwoord
- druggebruiker die zichzelf injecteert met drugs
Hyperoniemen
spuiter
Zelfstandig naamwoord
- iem. die grappen maakt of uithaalt
Synoniemen
- grappenmaker
- harlekijn
- humorist
- joker
- komiek
- paljas
- pias
- pierewiet
- polichinel
- potsenmaker
- wisecracker
- hansworst