Betekenis van:
spullen
spullen (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- voorwerpen/eigendommen; van een bepaalde persoon; spullen; onbenoemde dingen
"je spullen pakken"
"spullen laten liggen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
spullen
Zelfstandig naamwoord
- het toebehoor van iemand
"Ik heb je spullen in de kast gezet."
Voorbeeldzinnen
- Vergeet je spullen niet.
- Ik heb mijn spullen al gepakt.