Betekenis van:
staan
staan
Werkwoord
- ergens rusten
"het eten staat op tafel"
"de kast staat op vier pootjes"
Hyperoniemen
staan
Werkwoord
- zich in verticale toestand van rust bevinden
"Hij stond al een uur in de rij."
staan
Werkwoord
- ''~ te'': duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen
"Hij staat buiten te telefoneren."
staan
Werkwoord
- ''~ te'': hulpwerkwoord van een, vaak dreigende, onmiddellijke toekomst
"Dat staat te gebeuren."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Wij staan voor democratie.
- In zijn kamer staan veel meubels.
- Er staan miljarden sterren aan de hemel.
- De laden van de archiefkast staan open.
- Je hoeft niet op te staan.
- De vrouwen staan voor de bibliotheek.
- Haaien staan bekend om hun bloeddorstig karakter.
- Waar staan de letters WHO voor?
- De bestanden staan in de juiste volgorde.
- Er staan fouten in deze telefoonrekening.
- Op de Amerikaanse vlag staan vijftig sterren.
- Ze staan op het punt weg te gaan.
- Er staan niet veel boeken op deze planken.
- Hem werd gezegd op te staan en dat deed hij.
- Hij heeft meer dan genoeg geld op de bank staan.