Betekenis van:
staan

staan
Werkwoord
  • niet bewegen
"sta!"

Hyperoniemen

Hyponiemen

staan
Werkwoord
  • ergens rusten
"het eten staat op tafel"
"de kast staat op vier pootjes"

Hyperoniemen

staan
Werkwoord
  • kosten
"ervoor staan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

staan
Werkwoord
  • tot het uiterste verdedigen
"voor iets staan"

Hyperoniemen

staan
Werkwoord
  • zich in verticale toestand van rust bevinden
"Hij stond al een uur in de rij."
staan
Werkwoord
  • ''~ te'': duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen
"Hij staat buiten te telefoneren."
staan
Werkwoord
  • ''~ te'': hulpwerkwoord van een, vaak dreigende, onmiddellijke toekomst
"Dat staat te gebeuren."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wij staan voor democratie.
  2. In zijn kamer staan veel meubels.
  3. Er staan miljarden sterren aan de hemel.
  4. De laden van de archiefkast staan open.
  5. Je hoeft niet op te staan.
  6. De vrouwen staan voor de bibliotheek.
  7. Haaien staan bekend om hun bloeddorstig karakter.
  8. Waar staan de letters WHO voor?
  9. De bestanden staan in de juiste volgorde.
  10. Er staan fouten in deze telefoonrekening.
  11. Op de Amerikaanse vlag staan vijftig sterren.
  12. Ze staan op het punt weg te gaan.
  13. Er staan niet veel boeken op deze planken.
  14. Hem werd gezegd op te staan en dat deed hij.
  15. Hij heeft meer dan genoeg geld op de bank staan.