Betekenis van:
staar
staar (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- bepaalde oogziekte
"grauwe staar"
"zwarte/groene staar"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Waarom staar je naar mij?
- Volgens dat advies is het ook voor vissen een essentieel aminozuur en er is aangetoond dat het gebruik van dat preparaat onder kweekomstandigheden bij zalmachtigen staar voorkomt.