Betekenis van:
staartbeen

staartbeen
Zelfstandig naamwoord
  • ''Os Coccygis'', het onderste deel van de menselijke wervelkolom
staartbeen (het ~ | meervoud staartbeenderen, staartbenen)
Zelfstandig naamwoord
  • onderste deel v.h. stuitbeen; beenderen v.d. staart; onderste stuk v.d. ruggengraat

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Uitsnijden en uitbenen: Lossnijden van de platte bil en de schenkel langs de natuurlijke naad en losmaken van het dijbeen; het staartbeen verwijderen. Opmaak: Zakeind met zenen en scrotum verwijderen.
  2. Uitsnijden en uitbenen: De dikke lende wordt van de platte bil en het spierstuk losgesneden door een rechte snede van ongeveer 5 cm achter de vijfde heiligbeenwervel doorgaande tot op ongeveer 5 cm van het voorste uiteinde van het staartbeen, er daarbij op lettend dat niet door het spierstuk heen wordt gesneden.