Betekenis van:
staken

staken
Werkwoord
  • een werkonderbreking of (ludieke) actie houden voor betere arbeidsvoorwaarden of meer loon
"De arbeiders staken nu al vijf dagen lang."
staken
Werkwoord
  • beëindigen
"Ze staakten alle werkzaamheden en namen vrij."
staak (de ~ | meervoud staken)
Zelfstandig naamwoord
  • lange, dunne stok
"staken bij de bonen zetten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

staak (de ~ | meervoud staken)
Zelfstandig naamwoord
  • lang, mager arm/been
"op de staken komen"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De konijnen staken hun snuitjes uit.
  2. Ik berichtte hem door middel van een sms dat hij zo spoedig mogelijk zijn werk moest staken.
  3. Ik berichtte hem door middel van een sms dat hij zo spoedig mogelijk zijn werk moest staken.
  4. het eventuele staken van de strafvervolging.
  5. de redenen van een eventueel staken van de strafvervolging.
  6. steun aan ondernemingen die hun ijzer- en staalproductiewerkzaamheden staken, mits:
  7. Bij staken van de stemmen, wordt de tekst of het voorstel geacht te zijn verworpen.
  8. Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
  9. Gekloofde staken: palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
  10. Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
  11. Ingeval de stemmen staken geeft de stem van de voorzitter van de vergadering de doorslag.
  12. Een entiteit dient de in alinea 89 vermelde hedge accounting te staken indien:
  13. Daarom moeten ondernemingen hun inbreukmakende gedrag na de inspecties onmiddellijk staken.
  14. Wanneer de stemmen staken, is de oudste kandidaat in jaren gekozen.
  15. de afgifte te staken van verklaringen dat de producten uit een goedgekeurd compartiment afkomstig zijn;