Betekenis van:
staken
staken
Werkwoord
- een werkonderbreking of (ludieke) actie houden voor betere arbeidsvoorwaarden of meer loon
"De arbeiders staken nu al vijf dagen lang."
staken
Werkwoord
- beëindigen
"Ze staakten alle werkzaamheden en namen vrij."
staak (de ~ | meervoud staken)
Zelfstandig naamwoord
- lang, mager arm/been
"op de staken komen"
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De konijnen staken hun snuitjes uit.
- Ik berichtte hem door middel van een sms dat hij zo spoedig mogelijk zijn werk moest staken.
- Ik berichtte hem door middel van een sms dat hij zo spoedig mogelijk zijn werk moest staken.
- het eventuele staken van de strafvervolging.
- de redenen van een eventueel staken van de strafvervolging.
- steun aan ondernemingen die hun ijzer- en staalproductiewerkzaamheden staken, mits:
- Bij staken van de stemmen, wordt de tekst of het voorstel geacht te zijn verworpen.
- Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
- Gekloofde staken: palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
- Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
- Ingeval de stemmen staken geeft de stem van de voorzitter van de vergadering de doorslag.
- Een entiteit dient de in alinea 89 vermelde hedge accounting te staken indien:
- Daarom moeten ondernemingen hun inbreukmakende gedrag na de inspecties onmiddellijk staken.
- Wanneer de stemmen staken, is de oudste kandidaat in jaren gekozen.
- de afgifte te staken van verklaringen dat de producten uit een goedgekeurd compartiment afkomstig zijn;