Betekenis van:
stammen

stam (de ~ | meervoud stammen)
Zelfstandig naamwoord
  • woordvorm zonder vervoegingen
"achter/na de stam"
"'loop' is de stam van 'lopen'"

Hyperoniemen

stam (de ~ | meervoud stammen)
Zelfstandig naamwoord
  • volksstam
"een lokale stam"
"nomadische stammen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Alle mensen op aarde stammen af van een gemeenschappelijke voorouder.
  2. Stammen
  3. Stammen:
  4. ingeteelde stammen
  5. ingeteelde stammen, 0,2 %,
  6. ingeteelde stammen, 0,1 %,
  7. het aantal stammen,
  8. emergentie van nieuwe stammen;
  9. Opslag van de stammen
  10. Alle stammen zijn verkrijgbaar bij:
  11. de stammen worden in natte opslag bewaard;
  12. Recombinatie of genoom-herschikking van stammen
  13. Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen).
  14. de stammen worden geïdentificeerd overeenkomstig bijlage IV;
  15. Zea mays, basiszaad van ingeteelde stammen