Betekenis van:
stap

stap (de ~ | meervoud stappen)
Zelfstandig naamwoord
  • afzonderlijke handeling bij het uitvoeren van een onderneming, plan enz.
"een belangrijke stap"
"de eerste stap op weg naar [iets]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

stap (de ~ | meervoud stappen)
Zelfstandig naamwoord
  • manier van lopen
"De stap is een paardengang waarbij je vier hoefslagen hoort."

Hyperoniemen

stap
Zelfstandig naamwoord
  • het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan
"Door zijn stap te vergroten ging hij sneller lopen."
stap
Zelfstandig naamwoord
  • een kleine beweging naar een bepaald doel
"Het is afwachten tot iemand de eerste stap zet om te komen tot vrede."
stap (de ~ | meervoud stappen)
Zelfstandig naamwoord
  • stap; het verzetten v.d. voet; pas; voetstap
"met grote stappen"
"een stap achteruit"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik stap op.
  2. Ik stap op.
  3. Schiet op en stap in.
  4. Ik stap uit in het volgende station.
  5. Ik stap uit in het volgende station.
  6. Nog één stap en je bent dood.
  7. Ik ben klaar. Wat is de volgende stap?
  8. Nog één stap en je valt van de klif af.
  9. Vertrouwen is het nemen van de eerste stap, zelfs als je niet de hele trap kunt zien.
  10. Stap 3
  11. Tweede stap
  12. Stap 4
  13. Stap drie:
  14. Stap III
  15. Stap 7