Betekenis van:
startpunt

startpunt (het ~ | meervoud startpunten)
Zelfstandig naamwoord
  • punt waar iets begint

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Een aanmelding is de basis en het startpunt voor het onderzoek van een concentratie door de Commissie.
  2. PMMA-vormmassa, massieve PMMA-platen en sanitaire PMMA-artikelen zijn alle drie PMMA-producten die deel uitmaken van een productieketen waarvan methacrylaat-monomeren (MMA) het startpunt en de belangrijkste grondstof vormen.
  3. Ieder transportnetwerk heeft minimaal één startpunt en één eindpunt en beide punten zijn gekoppeld aan andere installaties die één of meer van de activiteiten van afvang, transport of geologische opslag van CO2 uitvoeren.
  4. Het startpunt voor de bepaling en de vaststelling van markten is een karakterisering van de retailmarkten gedurende een bepaalde evaluatieperiode, waarbij de uitwisselbaarheid van vraag- en aanbodsubstitutie in aanmerking genomen dient te worden.
  5. Zoals in hoofdstuk I 9.1, punten 4 en 7 van dit besluit is beschreven wordt het steunbedrag volgens de door Enova toegepaste NCW-methode zodanig berekend dat de projecten een NCW van nul bereiken, wat voor een rationele investeerder indien het project onder marktvoorwaarden zou worden uitgevoerd, het startpunt zou zijn.
  6. Afgezien van 2002, het jaar waarin de EU-productie begon, lieten de meeste schade-indicatoren in de beoordelingsperiode een negatieve ontwikkeling zien: de bezettingsgraad daalde met 16 procentpunten, de eindvoorraden stegen met 167 procentpunten, de EU-producent verloor 61 procentpunten aan marktaandeel, de productiviteit daalde met 10 procentpunten, de verkoopprijs per eenheid daalde met 5 procentpunten, terwijl de winstgevendheid, het rendement van de investeringen en de kasstroom van een reeds negatief startpunt nog verder achteruit gingen.