Betekenis van:
stelsel

stelsel
Zelfstandig naamwoord
  • een geordend geheel, samenstel van delen
"Kunt u mij uitleggen wat het vertebrale stelsel is?"
stelsel (het ~ | meervoud stelsels)
Zelfstandig naamwoord
  • netwerk
"een stelsel van ondergrondse gangen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

stelsel
Zelfstandig naamwoord
  • een systeem
"In het binaire stelsel worden enkel de cijfers 0 en 1 gebruikt."
stelsel
Zelfstandig naamwoord
  • een set van vergelijkingen met twee of meer onbekenden
"Dit stelsel kan opgelost worden met de subsitutietechniek."
stelsel (het ~ | meervoud stelsels)
Zelfstandig naamwoord
  • de wijze waarop iets is ingericht en de regels die dienen ter instandhouding daarvan
"het parlementaire stelsel"
"het stelsel van sociale zekerheid"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Stelsel
  2. statistisch stelsel;
  3. A1-stelsel
  4. Urogenitaal stelsel: …
  5. Stelsel (22)
  6. Algemeen stelsel
  7. Endocrien stelsel: …
  8. sociaal stelsel;
  9. B-stelsel
  10. Pensioengerechtigde (stelsel voor werknemers)
  11. Pensioengerechtigde (stelsel voor zelfstandigen)
  12. Verzekeringsinstelling of -stelsel (15)
  13. Pensioengerechtigde (stelsel voor zelfstandigen)
  14. van een stelsel voor
  15. Maanden Maanden Dagen Stelsel