Betekenis van:
stijf

stijf
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet makkelijk te bewegen
"(een) stijve nek/spieren/ledematen"
"zo stijf als een plank"
stijf
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet gemakkelijk te vervormen of te buigen
"Een stalen balk is stijf genoeg om dit gewicht te dragen."
stijf
Bijvoeglijk naamwoord
  • ongemakkelijk in de omgang
"Hij is zo stijf als een hark!"
stijf
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet te verbuigen; niet flexibel; niet soepel; stug
"een stijf/stijve boord"
"zo stijf als een plank"

Synoniemen

stijf
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet hartelijk of toeschietelijk
"een 'stijf knikje'/'stijve begroeting'"
"een stijve hark"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. stijf
  2. Stijve dissels kunnen volledig stijf of verend bevestigd zijn.
  3. het moet stilstaan op een horizontaal, vlak, stijf en glad oppervlak;
  4. Het voertuig moet stilstaan op een horizontaal, vlak, stijf en glad oppervlak.
  5. „botslichaam”: een stijf, halfrond, hoofdvormig botslichaam met een diameter van 165 mm, overeenkomstig bijlage 5, punt 3, van dit reglement;
  6. Stijf deel”: een structuuronderdeel of -element dat tijdens de kanteltest niet significant vervormt en geen significante energieabsorptie vertoont.
  7. Voertuigen met niet-wegklapbare achterruiten van stijf materiaal worden beschouwd als voertuigen met kantel-/schuifdak, zoals bedoeld in punt 2.8.
  8. 1 g van het monster in 50 ml water zwelt tot een zacht, stijf, opalescent slijm; onoplosbaar in ethanol; zwelt niet in 60 % (g/v) ethanol in water
  9. Het onderste uiteinde van de slinger bestaat uit een stijf bolvormig dummyhoofd met een diameter van 165 mm, waarvan het middelpunt samenvalt met het slagmiddelpunt van de slinger.
  10. Het bovenbeen-botslichaam is stijf, aan de kant van de botsing bedekt met schuim en 350 ± 5 mm lang; het stemt overeen met figuur 2.
  11. Het onderste uiteinde van de slinger bestaat uit een stijf hoofdvormig botslichaam met een diameter van 165 mm, waarvan het middelpunt samenvalt met het slagmiddelpunt van de slinger.
  12. Een scherpe rand is een rand van stijf materiaal met een afrondingsstraal van minder dan 2,5 mm, behalve in het geval van uitsteeksels van minder dan 3,2 mm, gemeten vanaf het paneel.
  13. „scherpe rand”: een rand van stijf materiaal met een afrondingsstraal van minder dan 2,5 mm, behalve in het geval van uitsteeksels van minder dan 3,2 mm, gemeten vanaf het paneel overeenkomstig de procedure van punt 1 van bijlage VI.
  14. Het onderste uiteinde van de slinger bestaat uit een stijf hoofdvormig botslichaam met een diameter van 165 mm, waarvan het middelpunt samenvalt met het slagmiddelpunt van de slinger.1.2.2.
  15. Het deel van de trekker dat stijf verbonden is met de as die meer dan 50 % van het gewicht van de trekker draagt, wordt met een krik of hijswerktuig opgetild, waarbij de hellingshoek constant wordt gemeten.