Betekenis van:
storten

storten
Werkwoord
  • zich begeven naar
"zich op ['de vijand'/'je geliefde'] storten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

storten
Werkwoord
  • met geweld of plotseling vallen
"in een ravijn storten"
"naar beneden storten"

Synoniemen

Hyperoniemen

storten
Werkwoord
  • van enige hoogte ergens in laten vallen
"Er werd beton gestort."
storten
Werkwoord
  • geld in een rekening inbrengen
"Hij had gelukkig genoeg gestort om te voorkomen dat hij rood kwam te staan"
storten
Werkwoord
  • ''zich ~ op'' zich volledig aan een bepaalde bezigheid gaan wijden
"Hij had zich voldoende op zijn wiskunde gestort en slaagde met een goed cijfer voor zijn tentamen."
storten
Werkwoord
  • (een bedrag) op een andere bank- of girorekening overbrengen
"een bedrag op een rekening storten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

storten
Werkwoord
  • onder de prijs verkopen

Synoniemen

Hyperoniemen

storten
Werkwoord
  • stortregenen

Synoniemen

Hyperoniemen

storten
Werkwoord
  • hevig en brutaal aanvallen

Synoniemen

Hyperoniemen

stort (de/het ~ | meervoud storten)
Zelfstandig naamwoord
  • stortplaats voor vuilnis; plaats waar men vuil stort; stortplaats voor vuilnis; verzameld afval

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
  2. Storten reststoffen
  3. Storten van rotsblokken
  4. Verstikking (b.v. door kunstmatige structuren, storten van baggerspecie);
  5. het storten van afvalstoffen vanaf schepen in territoriale zeewateren;
  6. D 6 Lozen/storten in wateren, behalve zeeën en oceanen
  7. Diensten voor het verwerken en storten van ongevaarlijk afval en vuilnis
  8. Storten op of in de bodem (bv. op een vuilstortplaats enz.)
  9. De belangrijkste transacties die op postspaarrekeningen plaatsvinden, zijn het storten en afhalen van geld.
  10. Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen.
  11. „afvalberg”: een aangelegde voorziening voor het storten van vast afval op het aardoppervlak;
  12. begraving op een krachtens Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen erkende stortplaats; of
  13. Veranderingen in slibafzetting (b.v. door lozingen, toegenomen afstroming, baggeren/storten van baggerspecie);
  14. varen tussen de baggerplaats en de plek waar het baggerspecie wordt gestort, inclusief het storten zelf;
  15. D 1 Storten op of in de bodem (bijvoorbeeld op een vuilstortplaats enz.)