Betekenis van:
stoven
stoven
Werkwoord
- over een vrij laag vuur iets afgesloten in enig vocht gaar laten worden
"Lust je gestoofde peertjes?"
stoof (de ~ | meervoud stoven)
Zelfstandig naamwoord
- kastje ter verwarming v.d. voeten
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:
- Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
- Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
- Andere bereidingen van vruchten, door koken of stoven verkregen, andere dan gehomogeniseerde bereidingen, met een suikergehalte van meer dan 30 gewichtspercenten
- Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven van citrusvruchten verkregen, met een suikergehalte van meer dan 13 doch niet meer dan 30 gewichtspercenten, andere dan gehomogeniseerde bereidingen
- Voor de toepassing van post 2007 wordt onder „door koken of stoven verkregen” verstaan, verkregen door een warmtebehandeling bij atmosferische druk of bij verminderde druk met het oog op de verhoging van de viscositeit van het product door vermindering van het watergehalte of door andere middelen.