Betekenis van:
straat

straat (de ~ | meervoud straten)
Zelfstandig naamwoord
  • weg tussen rijen gebouwen
"iemand van de straat houden"
"een straatje zonder eind"

Hyperoniemen

Hyponiemen

straat
Zelfstandig naamwoord
  • de wegverharding tussen de huizen in een bewoonde plaats
"De meeste straten in woonwijken zijn gevuld met auto's."
straat
Zelfstandig naamwoord
  • reeks machines of arbeidsplaatsen voor een doorlopende reeks van bewerkingen
"In de laatste straat staan de bottelingsmachines opgesteld."

Synoniemen

Hyperoniemen

straat (de ~ | meervoud straten)
Zelfstandig naamwoord
  • vernauwing in de zee door land; natuurlijke waterverbinding; smal stuk zee
"de straat van Gibraltar"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

straat
Zelfstandig naamwoord
  • Een donkergekleurde kever die zich met mest voedt.

Voorbeeldzinnen

  1. De straat is geasfalteerd.
  2. Steek de straat over.
  3. Deze straat is levendig.
  4. Hoe heet deze straat?
  5. Tom stak de straat over.
  6. Hij woont in deze straat.
  7. De straat is nu sneeuwvrij.
  8. Die straat was zeer lawaaierig.
  9. Ik heb een dollar op straat gevonden.
  10. Een menigte verzamelde zich in deze straat.
  11. Ik ben haar op straat tegengekomen.
  12. Ik zag hem de straat oversteken.
  13. Ik kwam je broer tegen op straat.
  14. Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.
  15. Hij pakte iets wits op van de straat.