Betekenis van:
strijd
strijd (de ~ | meervoud strijden)
Zelfstandig naamwoord
- gevecht, de gezamenlijke gevechten
"de strijd om het bestaan"
"ongeschonden uit de strijd komen"
Hyperoniemen
strijd
Zelfstandig naamwoord
- een handgemeen
"Wie de strijd tussen die twee broers zou winnen was nog niet duidelijk."
strijd
Zelfstandig naamwoord
- een militair treffen
"De strijd tussen de Israëli en de Palestijnen is nog niet gestreden."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De strijd gaat verder!
- „EPANASTATIKOS AGONAS” — Revolutionaire Strijd
- „EPANASTATIKOS AGONAS” – Revolutionaire Strijd
- „EPANASTATIKOS AGONAS” — Revolutionaire Strijd
- Dergelijke maatregelen mogen niet in strijd zijn met het Verdrag.
- het is ingeschreven in strijd met artikel 7;
- Ieder die in strijd handelt met de verplichtingen krachtens artikel:
- in strijd is met de vereisten van professionele toewijding,
- in strijd zijn met de voorschriften van de toepasselijke Gemeenschapswetgeving.
- en daarom niet in strijd zijn met het verdrag.
- Terugvordering zou in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel.
- daarom niet in strijd zijn met het Verdrag.
- De wetshandhavingsinstanties voldoende equiperen voor de strijd tegen de drugshandel.
- indien het in strijd met artikel 3 is afgegeven;
- ze is in strijd of kan in strijd zijn met een krachtens Richtlijn 2009/65/EG of Richtlijn 2004/39/EG op de beheermaatschappij rustende verplichting;