Betekenis van:
strooien
strooien
Bijvoeglijk naamwoord
- van stro
"een strooien hoed"
strooien
Bijvoeglijk naamwoord
- van stro gemaakt
"Hij liep daar rond met de belachelijke strooien hoed."
strooien
Werkwoord
- verspreid neerwerpen
"zand/zout/pekel strooien (tegen de gladheid)"
"er wordt gestrooid"
Hyperoniemen
strooien
Werkwoord
- verspreid neergooien
"De boer was het zaad al op de velden aan het strooien."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik ben erg gehecht aan deze oude strooien hoed.
- Strooien van zand in de winter
- Machines voor het strooien en verspreiden van meststoffen
- Machines voor het strooien of verspreiden van andere meststoffen
- CPA 28.30.34: Machines voor het strooien en verspreiden van meststoffen
- Machines voor het strooien of verspreiden van andere meststoffen
- Machines voor het strooien of verspreiden van minerale of chemisch meststoffen
- Overschrijdingen door het strooien van zand en zout op wegen in de winter
- Zandstrooiers moeten zodanig zijn uitgevoerd dat het strooien onder de volgende omstandigheden kan worden onderbroken:
- Diensten i.v.m. terrein en gebouwen: reiniging, strooien van wegen in de winter, groenvoorzieningen; beheer en reparatie, afvalverwijdering, e.d.
- De druiven worden manueel geoogst en worden op strooien matten gelegd om daar gedurende minstens twee maanden te drogen.
- Deze interface heeft betrekking op de operationele eisen voor bestuurders zodat het strooien van zand geen nadelige uitwerking heeft op de prestaties van baanapparatuur voor treindetectie.
- Deze interface heeft betrekking op de operationele eisen voor bestuurders zodat het strooien van zand geen nadelige gevolgen heeft op de prestaties van baanapparatuur voor treindetectie.
- Het strooien van zand ten behoeve van de tractie is op samengestelde treinen bij snelheden van minder dan 40 km/u in het Verenigd Koninkrijk niet toegestaan vóór de voorste as, zie bijlage A, aanhangsel 1, paragraaf 4.1.4
- De Commissie publiceert uiterlijk 11 juni 2010, richtsnoeren voor het bepalen van bijdragen van de opwerveling van deeltjes door het strooien van zand en zout op de wegen in de winter.