Betekenis van:
stroomregelaar

stroomregelaar
Zelfstandig naamwoord
  • instrument om spanning te regelen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Stroomregelaar
  2. Stroomregelaar (figuren 21 en 22)
  3. Stroomregelaar FC3 (figuren 14 en 15)
  4. Stroomregelaar FC1 (figuren 4, 5 en 10)
  5. Stroomregelaar (figuren 11, 12 en 17)
  6. Stroomregelaar (figuren 13, 14, 18 en 19; facultatief)
  7. Stroomregelaar (figuren 13, 14, 18 en 19; facultatief)
  8. De bemonsteringsstroom wordt geregeld door de stroomregelaar FC3.
  9. Stroomregelaar FC2 (facultatief, figuren 6, 7, 11 en 12)
  10. De signalen van de CO2-meting en de brandstofstroommeting GFUEL worden doorgegeven aan de stroomregelaar FC2 of de stroomregelaar FC3 van het deeltjesbemonsteringssysteem (zie figuur 14).
  11. De signalen van de CO2-meting en de brandstofstroommeting GFUEL worden doorgegeven aan hetzij de stroomregelaar FC2, hetzij de stroomregelaar FC3 van het deeltjesbemonsteringssysteem (zie figuur 21).
  12. Het drukverschil nul wordt gerealiseerd met behulp van de stroomregelaar FC1.
  13. De verdunningsluchtstroom is gewoonlijk constant, terwijl de bemonsteringsstroom wordt geregeld door de stroomregelaar FC3.
  14. De stroomregelaar is verplicht indien elektronische stroomcompensatie EFC (zie figuur 20) wordt toegepast.
  15. Het drukverschil nul wordt gerealiseerd met behulp van de stroomregelaar FC1.