Betekenis van:
stropdas
stropdas (de ~ | meervoud stropdassen)
Zelfstandig naamwoord
- das om de nek die voor de borst hangt; stropdas; das die men stropt
"een stropdas knopen/voordoen"
"in pak met stropdas"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
stropdas
Zelfstandig naamwoord
- smalle sjaal waarin een sierknoop gelegd wordt
Voorbeeldzinnen
- Je stropdas zit scheef.
- Die stropdas staat je erg goed.
- Je stropdas past bij je pak.
- Moet ik een stropdas naar het werk dragen?
- Het is ongebruikelijk om rocksterren met een stropdas te zien!
- Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past.
- Voor Dan heb ik een stropdas gekocht, voor Elena koop ik een sjaal.