Betekenis van:
stuiver
stuiver (de ~ | meervoud stuivers)
Zelfstandig naamwoord
- munt van vijf cent
"ergens een aardige stuiver mee verdienen"
Hyperoniemen
stuiver
Zelfstandig naamwoord
- een muntstuk van vijf cent (f0,05), een twintigste van een gulden
"Daar heb ik wel een paar stuivers voor over."
Voorbeeldzinnen
- Ik heb geen stuiver bij.