Betekenis van:
stuklopen
stuklopen
Werkwoord
- mislukken; mislukken; mislopen; lopend scheef maken; lopend verslijten; verkeerd gaan
"je schoenen/voeten stuklopen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Na het stuklopen van de vorige herstructureringsovereenkomst mag worden verwacht dat particuliere schuldeisers bijzondere voorzichtigheid zouden betrachten en de economische positie van hun debiteur grondig zouden onderzoeken [41].