Betekenis van:
stukslaan
stukslaan
Werkwoord
- slaan tot iets breekt
"De inbreker had een ruitje stukgeslagen."
stukslaan
Werkwoord
- gebroken raken
"Het schip was op de rotsen stukgeslagen."
stukslaan
Werkwoord
- stukslaan; door een slag breken
"de gloeilamp gleed uit mijn handen en sloeg stuk op de grond"