Betekenis van:
succes

succes (het ~ | meervoud successen)
Zelfstandig naamwoord
  • gunstig resultaat; succes
"succes heeft vele vaders"
"(veel) succes met [je afrijden]!"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

succes
Zelfstandig naamwoord
  • het slagen van een opzet
"Wikipedia is een doorslaand succes geworden."

Voorbeeldzinnen

  1. Succes.
  2. Succes met je examen!
  3. We verlangen allemaal naar succes.
  4. Het concert was een succes.
  5. Gezondheid is een belangrijke voorwaarde voor succes.
  6. Ik denk dat hij succes zal hebben.
  7. Doorzettingsvermogen is, onder andere, noodzakelijk voor succes.
  8. Mijn tante was blij met mijn succes.
  9. Laat mij u feliciteren met uw succes.
  10. Je inspanningen hebben in succes geresulteerd
  11. De Amerikaanse film was een groot succes.
  12. Een man zo ijverig als hij moet wel succes hebben.
  13. Zoals ge weet, is volharding de sleutel tot het succes.
  14. Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.
  15. De kans op succes is groter als de zakenman van wanten weet en ook als hij meer geld tot zijn beschikking heeft.