Betekenis van:
suikerbiet

suikerbiet (de ~ | meervoud suikerbieten)
Zelfstandig naamwoord
  • plant met suiker in de wortel; suikerbiet
"in de hongerwinter aten mensen suikerbieten om wat te eten te hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

suikerbiet
Zelfstandig naamwoord
  • een biet waaruit bietsuiker gewonnen wordt
"Vroeger werd er met St. Maarten wel met lampionnen van suikerbiet gelopen."

Voorbeeldzinnen

  1. suikerbiet,
  2. suikerbiet;
  3. Suikerbiet
  4. Beta vulgaris (suikerbiet)
  5. Beta vulgaris — suikerbiet, voederbiet
  6. Beta vulgaris L. — Suikerbiet
  7. akkerbouwgewassen (granen, zaadolie, suikerbiet, kuilmaïs)
  8. Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet
  9. 0,075 kg werkzame stof per hectare per toediening voor suikerbiet;
  10. diervoeders die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4.
  11. Diervoeders die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4.
  12. mengvoeders die voor meer dan 50 % uit bijproducten van rijst of suikerbiet bestaan,
  13. Levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4;
  14. Modificatiespecifieke real-time PCR-methode voor de kwantificering van suikerbiet KM-ØØØH71-4.
  15. levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4;