Betekenis van:
suikerbiet
suikerbiet (de ~ | meervoud suikerbieten)
Zelfstandig naamwoord
- plant met suiker in de wortel; suikerbiet
"in de hongerwinter aten mensen suikerbieten om wat te eten te hebben"
Synoniemen
Hyperoniemen
suikerbiet
Zelfstandig naamwoord
- een biet waaruit bietsuiker gewonnen wordt
"Vroeger werd er met St. Maarten wel met lampionnen van suikerbiet gelopen."
Voorbeeldzinnen
- suikerbiet,
- suikerbiet;
- Suikerbiet
- Beta vulgaris (suikerbiet)
- Beta vulgaris — suikerbiet, voederbiet
- Beta vulgaris L. — Suikerbiet
- akkerbouwgewassen (granen, zaadolie, suikerbiet, kuilmaïs)
- Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet
- 0,075 kg werkzame stof per hectare per toediening voor suikerbiet;
- diervoeders die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4.
- Diervoeders die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4.
- mengvoeders die voor meer dan 50 % uit bijproducten van rijst of suikerbiet bestaan,
- Levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4;
- Modificatiespecifieke real-time PCR-methode voor de kwantificering van suikerbiet KM-ØØØH71-4.
- levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die zijn geproduceerd met suikerbiet KM-ØØØH71-4;