Betekenis van:
tegenzin

tegenzin
Zelfstandig naamwoord
  • het geen zin hebben in iets, het iets niet willen doen
"Het was met grote tegenzin dat ze na de vakantie weer naar huis gingen."
tegenzin (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • sterk gevoel van weerzin
"iets met tegenzin doen"
"met frisse tegenzin"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De in overweging 98 bedoelde gebruiker betoogde ook dat, mochten er definitieve maatregelen op het betrokken product worden ingesteld, dit ernstige leveringsproblemen voor zijn onderneming met zich mee zou brengen aangezien communautaire producenten het product met tegenzin leverden.
  2. De onzekerheid over de toekomst van de ondernemingen kwam ook tot uiting in de tegenzin van de aandeelhouders om de ondernemingen voldoende kapitaal te verschaffen, wat op de kapitaalintensieve markt van ingevroren aardbeien een groot probleem vormt.