Betekenis van:
teloorgang

teloorgang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • vernietiging; ondergang; het verloren gaan
"de teloorgang van ['de Nederlandse taal'/'goede smaak']"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Op die manier had Griekenland de teloorgang van die militaire activiteiten kunnen voorkomen.