Betekenis van:
tenten

tent (de ~ | meervoud tenten)
Zelfstandig naamwoord
  • marktkraam; tentje op een markt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

tent (de ~ | meervoud tenten)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar men wat kan doen; openbaar (drank)lokaal
"een leuke tent, hier"
"de tent afbreken"

Synoniemen

Hyperoniemen

tent (de ~ | meervoud tenten)
Zelfstandig naamwoord
  • verblijf van doek gespannen over stokken
"een tent opzetten"
"een tent afbreken"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hieronder vallen bijvoorbeeld dekens, tenten, verplaatsbare keukens en generatoren.
  2. Tenten
  3. Reparatiekits voor tenten
  4. tenten voor het personeel.
  5. Tenten (incl. voortenten voor caravans)
  6. voor de medische activiteiten geschikte tenten,
  7. Kampeerartikelen, andere dan luchtbedden en tenten, van weefsel
  8. tenten met verwarming (voor winterse omstandigheden) en veldbedden met slaapzak en/of deken,
  9. Dekkleden, zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden, zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen:
  10. Kampeermiddelen in de zin van artikel 1 omvatten onder meer tenten, caravans, mobilhomes en kampeerwagens.
  11. Kampeermeubels en -uitrusting, zoals tenten met toebehoren, slaapzakken, rugzakken, luchtbedden en voetpompen, kooktoestellen en barbecues
  12. Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen
  13. Tarpaulins, zeilen voor schepen, surfplanken of zeilwagens, dekzeilen, zonweringen, tenten en kampeerartikelen
  14. van gebonden textielvlies– n voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen:
  15. Luchtbedden en andere kampeerartikelen (excl. voortenten voor caravans, tenten en slaapzakken)