Betekenis van:
terugbrengen

Voorbeeldzinnen

1. Ik moet de boeken voor zaterdag terugbrengen.
2. Ik moet dit boek vandaag terugbrengen.
3. Ik moet deze boeken terugbrengen naar de bibliotheek.
4. Ik moet dit boek naar de bibliotheek terugbrengen.
5. Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.
6. Ik moet mijn boeken van de bibliotheek terugbrengen voor 25 januari.
7. Ook zal zij haar totale risicoprofiel, volatiliteit en leverage terugbrengen.
8. De lidstaten kunnen deze percentages ook tot nihil terugbrengen.
9. Aantal functionarissen dat immuniteit geniet terugbrengen, en immuniteit verlenen overeenkomstig de internationale regels en praktijken.
10. terugbrengen naar de mijn van mijnbouwafval, vliegas en ontzwavelingsproducten, indien nodig samen met andere vormen van afval;
11. voertuigen voor het ophalen van melk op boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar boerderijen;
12. Ondertekening van de gegarandeerde lening door Coface voor een bedrag van 570 miljoen euro en aansluitend het terugbrengen tot 1,35 miljard euro van de kredietfaciliteit
13. De distributie van de opslagplaatsen naar de winkelcentra en het terugbrengen van de overschotten naar de opslagplaatsen wordt beperkt door een tekort aan EX-goedgekeurde voertuigen.
14. het voorkomen, wegnemen of tot een aanvaardbaar niveau terugbrengen van rechtstreekse of door het milieu veroorzaakte risico's voor mens en dier,
15. een aanzienlijke toename door de toezichthouder van de vermogenseisen voor de bedrijfstak waardoor de entiteit de activiteiten moet terugbrengen door de verkoop van tot einde looptijd aangehouden beleggingen.