Betekenis van:
terugkomst

terugkomst
Zelfstandig naamwoord
  • het terugkeren naar een voorheen bezochte of bewoonde plaats
"Bij zijn terugkomst bleek zijn huis geplunderd door inbrekers."
terugkomst (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het terugkeren; het terugkomen
"bij terugkomst [bleken de tassen verdwenen]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Voor het begin en einde van deze tijdvakken gelden de datum en tijd van vertrek vanaf het Satellietcentrum of de woning en de datum en tijd van terugkomst bij het Satellietcentrum of de woning.
  2. Voor het begin en einde van deze tijdvakken gelden de datum en tijd van vertrek vanaf het Instituut of de woning en de datum en tijd van terugkomst bij het Instituut of de woning.