Betekenis van:
textiel
textiel (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
- kleding van geweven stoffen; textielstoffen en -voorwerpen
"de handel in textiel"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
textiel
Zelfstandig naamwoord
- een uit draden geweven materiaal en daaruit gemaakte voorwerpen
"In deze producten is textiel gebruikt."
textiel (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
- stuk geweven stof
"een lap/stuk textiel"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
textiel
Zelfstandig naamwoord
- de industrie van het maken van stoffen en kleding uit vezels, garens enz.
Synoniemen
Hyperoniemen
textiel
Bijvoeglijk naamwoord
- mbt. de weefselnijverheid
"textiele kunst/composities"
"textiele werkvormen"
textiel
Bijvoeglijk naamwoord
- betrekking hebbend op textiel
"Is dat een textiel voorwerp?"
Voorbeeldzinnen
- textiel
- Textiel
- Textiel
- van textiel
- Textiel (vezels en weefsel)
- met bovendeel van textiel
- textiel niet detecteerbaar;
- Groothandel in textiel
- Reisartikelen van textiel.
- Transportbanden van textiel
- Impregneren van textiel
- Textiel en leder
- Waarvan: textiel en leder
- Kampeerartikelen van textiel
- Weven van textiel