Betekenis van:
therapie

therapie
Zelfstandig naamwoord
  • een methode om aan de genezing van zieken te werken
"Hij krijgt drie dagen per week therapie."
therapie (de ~ | meervoud therapieën)
Zelfstandig naamwoord
  • methode om aan de genezing van zieken te werken
"een (bepaalde) therapie toepassen"
"een (bepaalde) therapie ondergaan/krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

therapie (de ~ | meervoud therapieën)
Zelfstandig naamwoord
  • behandeling van ziekten van de geest
"in therapie (zijn)"
"een therapie voor [het onderdrukken van straatangst]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Therapie
  2. Therapie
  3. (Psycho)therapie
  4. GENEESMIDDELEN VOOR GEAVANCEERDE THERAPIE
  5. Haartherapie, cosmetische therapie
  6. Geneesmiddelen voor endocriene therapie
  7. Doel: Anticonvulsieve therapie bij veulens.
  8. Gecombineerde geneesmiddelen voor geavanceerde therapie
  9. ex 90.18 toestellen voor mechanische therapie
  10. CPA 32.50.21: Toestellen voor mechanische therapie; ademhalingstoestellen
  11. Toestellen voor mechanische therapie, massage en psychotechniek
  12. toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek
  13. de verplichting een therapie of een verslavingsbehandeling te ondergaan.
  14. Specifieke voorschriften voor geneesmiddelen voor geavanceerde therapie die hulpmiddelen bevatten
  15. niet aan enige therapie onderworpen zijn geweest, of