Betekenis van:
thuisblijven
thuisblijven
Werkwoord
- niet uitgaan; thuisblijven
"thuisblijven van een evenement"
"thuisblijven voor de kinderen"
Synoniemen
Hyperoniemen
thuisblijven
Werkwoord
- de eigen woning niet verlaten
"We zijn gewoon lekker een avondje thuisgebleven."
Voorbeeldzinnen
- Moet Tom thuisblijven vandaag?
- Moet Tom thuisblijven vandaag?
- Tom wilde thuisblijven met Maria.