Betekenis van:
titel
titel (de ~ | meervoud titels)
Zelfstandig naamwoord
- naam v.e. boek of plaat
"een boek met de titel [Op weg naar het einde]"
"goedkope/zeldzame/populaire titels"
Hyperoniemen
titel (de ~ | meervoud titels)
Zelfstandig naamwoord
- kwalificatie van kampioen
"de nationale titel"
"de titel verliezen/verspelen"
Synoniemen
Hyperoniemen
titel (de ~ | meervoud titels)
Zelfstandig naamwoord
- naam van iemands beroep of functie
"op persoonlijke titel"
"een titel (be)halen/verwerven"
Hyperoniemen
titel
Zelfstandig naamwoord
- opschrift van een boek of ander document
"De titel van dit boek is 'Scheikunde voor de leek'."
titel
Zelfstandig naamwoord
- academische of adellijke aanduiding van een persoon
"Hem werd de titel van 'doctor' verleend."
titel (de ~ | meervoud titels)
Zelfstandig naamwoord
- basis voor een wet; grond waaraan een rechtshandeling, een wet e.d. haar rechtsgeldigheid ontleent
"(eigendomsverkrijging) onder algemene titel"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- TITEL
- Titel: Maulavi.
- Titel Continugietinstallaties
- Titel V
- Titel Ertsvoorbereidingsinstallaties
- TITEL VII
- Titel: Sheikh.
- TITEL III
- TITEL XI
- Artikel Titel
- Titel Cokesinstallaties
- TITEL 4
- TITEL III
- TITEL V
- „TITEL III