Betekenis van:
toelatingsexamen

toelatingsexamen (het ~ | meervoud toelatingsexamens)
Zelfstandig naamwoord
  • examen dat men moet halen voor toelating
"toelatingsexamen afnemen"
"toelatingsexamen doen/afleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij faalde zijn toelatingsexamen.
  2. Voor de toelating tot de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger is een algemene schoolopleiding van tien jaar vereist die wordt afgesloten met een door de bevoegde autoriteiten of instellingen van een lidstaat afgegeven diploma, certificaat of andere titel, of een certificaat ten bewijze dat men geslaagd is voor een gelijkwaardig toelatingsexamen voor de scholen voor verpleegkunde.