Betekenis van:
toeloop

toeloop (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het samenkomen van mensen
"een grote/enorme toeloop"
"een winkel met veel toeloop"

Hyperoniemen

toeloop
Zelfstandig naamwoord
  • een vaartuig met een aandrijving zoals op fietsen waarmee men zich over het water kan voortbewegen door middel van het trappen op pedalen
  • de grens tussen twee stroomgebieden
  • de scheiding van de stroomgebieden van individuele rivieren
  • een min of meer lijnvormig watervoerend object met vrij wateroppervlak.

Synoniemen