Betekenis van:
toestel
toestel (het ~ | meervoud toestellen)
Zelfstandig naamwoord
- vervoermiddel dat zich door de lucht voortbeweegt
"het toestel landt (in Jakarta)"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
toestel (het ~ | meervoud toestellen)
Zelfstandig naamwoord
- min of meer samengesteld werktuig
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
toestel
Zelfstandig naamwoord
- een werktuig dat uit meer dan één onderdeel bestaat
toestel
Zelfstandig naamwoord
- een voorwerp dat is samengesteld uit verschillende onderdelen en een specifieke functie heeft.
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Hij bracht ons TV-toestel naar de kelder.
- Toestel bestaande uit:
- Als compleet toestel hergebruikte AEEA
- Korrelsnijder van Pohl of een equivalent toestel,
- Toestel voor vliegoefeningen op de grond
- Het toestel wordt als volgt aangebracht:
- Ook kan het toestel spraak opnemen.
- Het toestel bestaat uit de volgende elementen:
- men plaatst het toestel op de zitplaats;
- het is bestemd om te worden gebruikt met een afzonderlijk toestel, het primair stroomverbruikend toestel;
- Dientengevolge wordt het toestel ingedeeld als toestel voor radio-omroep onder GN-code 85273980.
- Display (substantief): toestel dat informatie aan de bestuurder presenteert.
- Dit toestel wordt beschreven in aanhangsel 1 van deze bijlage.
- Dit toestel wordt beschreven in aanhangsel 1; 2.3.
- Spiegel of toestel werkt niet, is beschadigd of zit los.