Betekenis van:
toetsing
toetsing (de ~ | meervoud toetsingen)
Zelfstandig naamwoord
- het uitvoeren v.e. test
"toetsing aan [de feiten]"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Toetsing
- Toetsing
- TOETSING
- Bestuursrechtelijke toetsing
- Periodieke toetsing.
- COLLEGIALE TOETSING
- Collegiale toetsing
- Periodieke training en toetsing
- Toetsing van de bevoegdheid
- Periodieke training en toetsing
- Toetsing van de ontvankelijkheid
- Overleg en toetsing
- Conversietraining en -toetsing
- EVALUATIE EN TOETSING
- Toetsing aan de toelatingscriteria