Betekenis van:
toezicht
toezicht
Zelfstandig naamwoord
- in de gaten houden, letten op
Voorbeeldzinnen
- Wie houdt toezicht op de toezichthouders", "Wie bewaakt de bewakers
- Toezicht
- toezicht;
- Toezicht:
- Toezicht
- TOEZICHT
- TOEZICHT
- toezicht
- VOORAFGAAND TOEZICHT
- Toezicht (206)
- EG-toezicht
- Gezamenlijk toezicht
- Wetenschappelijk toezicht
- toezicht op:
- Algemeen toezicht