Betekenis van:
toog

toog (de ~ | meervoud togen)
Zelfstandig naamwoord
  • tapkast; lage kast met kranen; buffet in een café; bar in een café; hoge toonbank in een café
"aan de toog (hangen/zitten)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

toog (de ~ | meervoud togen)
Zelfstandig naamwoord
  • kleed gedragen door geestelijken; priesterkleed

Synoniemen

Hyperoniemen

toog (de ~ | meervoud togen)
Zelfstandig naamwoord
  • bureau of balie met strakke vormgeving; toonbank; balie in een winkel

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"