Betekenis van:
toonloos

toonloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • ongeaccentueerd
"een toonloze lettergreep"
toonloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder nuancering; zonder contrasten
"met toonloze stem spreken"
"'dat was mij bekend' antwoordde hij toonloos"

Synoniemen

Hyperoniemen