Betekenis van:
touw
touw
Zelfstandig naamwoord
- een middel om zaken bij elkaar te binden
"Een touw bestaat doorgaans uit meerdere in elkaar gevlochten draden."
touw
Zelfstandig naamwoord
- stuk van zo'n vlechtsel
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Laat het touw los.
- Ik liet het touw los.
- Laat het touw niet los.
- Hij liet het touw los.
- Hij sneed het touw met zijn tanden.
- De twee kinderen trokken aan het touw tot het brak.
- Ik zei haar het touw niet los te laten, maar dat deed ze wel.
- Touw
- van bindgaren, touw of kabel
- Koord, bindgaren, touw en netten
- Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten
- Artikelen van bindgaren, touw of kabel
- NACE 13.94: Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten
- NACE 17.52: Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten
- bindgaren, touw en kabel, ook indien gevlochten (post 5607);